De Slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 is de eerste overwinning van de opstandelingen van de Tachtigjarige oorlog. De veldslag vindt plaats bij de plaats Heiligerlee nabij Winschoten.

 

Partijen

De partij aan de ‘Nederlandse’ kant (Nederland bestaat dan nog niet) bestaat uit de Staatsgezinden: 3900 man infanterie en 200 man cavalerie, geleid door graaf Lodewijk van Nassau en graaf Adolf van Nassau, voornamelijk bestaande uit huurlingen en een kleine groep getrouwe troepen uit Duitsland. De aantallen staatsgezinde troepen worden niet eenduidig in de bronnen weergegeven. Mogelijk gaat het om (veel) minder troepen; sommige geschiedkundigen hebben het over ‘slechts’

Graaf Adolf.

3000 man.

• Aan de andere kant zien we de Spaansgezinden: 3200 man infanterie en 200 man cavalerie, geleid door de stadhouder van Groningen, Jean de Ligne, graaf van Arenberg.
Aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog zijn de begrippen Staatsgezind en Spaansgezind (uiteraard) nog niet in zwang, omdat Filips II nog wordt gezien als wettig landsheer (zelfs door Willem van Oranje), totdat de Staten-Generaal in 1581 de vorst formeel afzweren. Spaansgezind en koningsgezind komen op hetzelfde neer. Men kan dus spreken van formeel gezag en van opstandelingen, al is de volksopstand in Groningen uiteindelijk mislukt en kan men van het leger van graaf Lodewijk grotendeels spreken van huurlingen.

 

Wat vooraf ging
Willem van Oranje heeft lang geaarzeld voor hij iets onderneemt tot hulp aan de verdrukte Nederlanden. Nog in maart 1567, tijdens de slag bij Oosterweel, verhindert hij vanuit Antwerpen het protestantse leger te hulp te komen. Maar zijn eigen behandeling, gecombineerd met dagelijkse verzoeken tot hulp, veranderen zijn mening. Hij benadert verscheidene Duitse vorsten om financiële hulp, en verkoopt 'zilverwerk, kleinodiën, tapijten en ander vorstelijk huissieraad'.

Hij vindt Coqueville, een edelman uit Normandië, bereid om met zeven of achthonderd man vanuit Frankrijk een inval in Artois en Henegouwen te doen. De Graaf van Hoogstraten zal langs de grote rivieren naar Gelderland trekken. Zijn broer graaf Lodewijk van Nassau zal in Friesland en Groningen een aanval ondernemen. Hijzelf zal in Brabant oprukken zodra hij verneemt dat Alva zijn leger over deze drie invallen verdeeld zal hebben. Alva weet te bewerkstelligen dat de Franse koning Coqueville terugroept. Coqueville wordt later op last van de Franse koning als rover onthoofd.

 

Overzicht van de Slag bij Heiligerlee.

Afb. boven: Een overzicht van de veldslag bij Heiligerlee op 23 april 1568.

 

Voor de eerste inval wil Willem van Oranje Roermond innemen. Als dat mislukt trekt hij met zijn opstandelingen naar Erkelenz om die stad te veroveren. Alva stuurt echter zijn leger bij het krieken van de dag naar de bij Dalheim slapende opstandelingen. Op 23 mei 1568 lijdt Willem van Oranje zijn eerste nederlaag in de slag bij Dalheim. Van de drie invallen wordt de aanval in het noorden het succesvolst.

De staatse huurlingen trekken bij Bellingwolde het land binnen en nemen het slot te Wedde, het bezit van de Spaanse stadhouder in Groningen, Jan van Ligne, bij diens afwezigheid in. De functie van stadhouder van de noordelijke provinciën vervult hij vanuit Vollenhove. Daarnaast Is hij heer van Westerwolde sinds hij in 1561 dit landschap gekocht heeft, samen met de Wedderborg. Na de verovering van Wedde richten de troepen van graaf Lodewijk zich op de stad Groningen om deze over te halen zich voor de opstand te verklaren, maar deze poging mislukt.

 

De stad is in het begin van 1567 onder militaire druk ingenomen door troepen onder de Spaansegezinde luitenant De Mepsche, nadat de godsdienstvrijheid voor protestanten is opgeheven en deze uit de stad worden verdreven. Graaf Lodewijk beschikt over onvoldoende financiële en militaire middelen om de stad Groningen te kunnen belegeren. Door middel van blokkades die hij ten noorden en oosten van de stad opwerpt probeert hij, zonder succes, de stad af te snijden van de buitenwereld. Aan de zuid- en westzijde blijft de stad bereikbaar. Ook de poging om de bevolking in opstand te krijgen tegen de landsheer loopt op niets uit. De blokkades keren zich tegen Lodewijk op het moment dat de troepen van Alva de voor Lodewijk belangrijke logistieke route naar Delfzijl afsluiten. Het gevolg is dat na zes weken beleg de troepen van Alva naderen en Lodewijk niets anders rest dan te vluchten naar Oost-Friesland. Tijdens deze vlucht worden de troepen van graaf Lodewijk ter hoogte van Heiligerlee onderschept door Spaanse troepen.

 

De vier broers van Willem van Oranje, Van links naar rechts: Lodewijk, Hendrik, Adolf en onderaan Jan.
De vier broers van Willem van Oranje, Van links naar rechts: Lodewijk, Hendrik, Adolf en onderaan Jan.

 

De veldslag
Op 23 mei verkeert het staatse leger in slechte toestand door honger en achterstallige soldij betaling (een endemisch probleem in die tijd). Graaf Lodewijk weet ze echter toch nog een keer in de wapens te krijgen.
Als Lodewijk van Nassau verneemt dat zijn tegenstander tegen hem optrekt, weet hij zijn troepen toch te motiveren en stelt hen op bij het klooster van Heiligerlee. Het terrein bevat drie heuvels (garsten), op een hiervan staat het klooster. De andere twee kunnen de garsten van Westerlee en Napels geweest zijn. Achter de heuvels verschanst hij het merendeel van zijn troepen. Voor de heuvel met het klooster loopt een weg, tussen de heuvels bevinden zich kuilen ontstaan door turfwinning. Ook in deze kuilen wordt infanterie verstopt. Tussen de weg en de heuvels bevindt zich drassig land. De streek staat tegenwoordig nog bekend als Tranendal.

Met zijn ruiters onderneemt Lodewijk van Nassau een aanval op het Spaanse leger. Aremberg, die van plan is op meer versterkingen te wachten, wordt verleid de Staatse ruiters te achtervolgen. De Staatse ruiters lokken het Spaanse leger over de weg tussen de heuvels door. De Spaanse troepen komen hierbij terecht in het drassige terrein tussen de heuvels, waar ze een gemakkelijke prooi worden voor de Waalse huurlingen, schutters in dienst van graaf Lodewijk.

 



Afb. boven: Een overzicht van de veldslag bij Heiligerlee op 23 april 1568.

 

Volgens sommige bronnen sneuvelt Adolf van Nassau bij de ruiteraanval op het Spaanse leger. Volgens andere berichten nadat zijn paard op hol slaat tijdens het hoofdgevecht en hij midden tussen de vijandelijke troepen belandt. De waarheid zal ergens tussen heroïek en pech hebben gelegen.

De verliezen aan Staatse zijde worden op 50 man geraamd, aan Spaanse zijde op 1500-2500 man. De Staatse troepen maken ook 7 stukken geschut buit. Behalve het verlies van graaf Adolf sneuvelt ook de graaf van Aremberg. Beide edelen worden elders begraven. Waar het massagraf van alle gesneuvelde militairen zich bevindt is niet bekend. Het stoffelijk overschot van graaf Adolf is waarschijnlijk meegenomen door de terugtrekkende militairen en uiteindelijk begraven in Emden. De gebouwen van het klooster in Heiligerlee worden door de troepen van graaf Lodewijk na vertrek in brand gestoken.

 

De dood van graaf Adolf.
 

De gevolgen
Deze slag is de eerste succesvolle actie van de ‘Nederlandse’ opstand. Het begin van de Tachtigjarige Oorlog is echter de voor de opstandelingen mislukte slag bij Dalheim, een maand eerder op 23 april 1568. Hierbij telt ook mee dat de vrede in 1648 is gesloten. Zou de vrede een jaar eerder gesloten zijn, dan was mogelijk de slag bij Oosterweel uit 1567 als het begin van de Tachtigjarige oorlog beschouwd. Het is immers prettig om over ronde aantallen te praten...

Het effect van de slag bij Heiligerlee is beperkt. Door de op deze slag volgende nederlaag in de slag bij Jemmingen levert niet veel later de overwinning geen strategisch voordeel op. De overwinnaars van de slag bij Heiligerlee worden bij Jemgum grotendeels in de pan gehakt. Graaf Lodewijk kan op het laatste moment ontkomen door de Eems over te zwemmen, om zo terug te keren bij zijn beginpunt Emden. Het veroverde gebied is zeer tijdelijk in handen van Willem van Oranje geweest, de aanval op Groningen is mislukt, zijn broer Adolf is gesneuveld en van zijn leger is zo goed als niets meer over.

 

De dood van Adolf van Nassau in het 4e couplet van het Wilhelmus gememoreerd:
‘Graef Adolff is ghebleven, In Vriesland in den slaech’. Deze zin staat ook te lezen op het monument voor de Slag bij Heiligerlee, dat pas in 1873 door Koning Willem III wordt onthuld. In Heiligerlee is overigens sinds enkele jaren een museum, dat de geschiedenis van de slag toont. De herinnering aan deze slag krijgt pas vorm in de 19e eeuw, als in 1826 een eerste eenvoudig gedenkteken wordt geplaatst. In 1868 en 1968 kregen de herdenkingen een meer nationale invulling.

 

Over Spionage en de achtergronden
De slag bij Heiligerlee is in feite al een nutteloze onderneming voor deze begint. Toch wordt deze slag nog eeuwenlang gezien als het echte begin van de Tachtig jarige Oorlog en de eerste overwinning op de Spaanse overheersers. Deze overwinning wordt snel teniet gedaan en blijft jarenlang zonder vervolg. Heiligerlee wordt een mythe, men ziet er het bewijs in dat het mogelijk is de Spanjaarden te verslaan.

 

Twee weken voor de slag, in een herberg De Gulden Fontein in Emden krioelt het van de protestantse Nederlanders die gevlucht zijn voor de hertog van Alva. In deze herberg komen enkele leiders van deze vluchtelingen bij elkaar en bespreken een groot aanvalsplan dat door Willem van Oranje is ontwikkeld. Vanuit Frankrijk zal een leger de zuidelijke gebieden binnentrekken,

Terwijl Willem van Oranjes broer Lodewijk van Nassau van de verwarring gebruik moet maken om Groningen en Friesland te bezetten. In de herberg zet Lodewijk de details van het aanvalsplan uiteen. Ze komen tot de conclusie dat ze Groningen moeten aanvallen. Het is de enige noordelijke stad die door de Spanjaarden verdedigd wordt. Als die stad in hun handen zou komen, dan beheersen ze meteen het hele Noorden. Wat ze niet beseffen is dat ze worden afgeluisterd door spion Emile Lotterich.


Die brieft het hele verhaal door naar de Fries-Groningse stadhouder Jean de Ligne, graaf van Aremberg. Deze graaf, die zich op dat moment in Brussel bevindt, aarzelt geen moment, en brengt een groot leger op de been waarmee hij naar het noorden trekt in een poging het geuzenleger van Lodewijk van Nassau de pas af te snijden. Lodewijk is zich ondertussen van geen kwaad bewust en gaat voortvarend door met zijn plan om Groningen in te nemen. Met amper honderd man gaat hij op 20 april op weg naar Groningen. De volgende dag steek het legertje bij Bellingwolde de grens over. Op 22 April nemen ze zonder slag of stoot de versterking Wedde in. Van hieruit begint Lodewijk met Jean de Ligne, graaf van Aremberg het ronselen van zijn soldaten.

 

Enkele weken later heeft hij al 3300 soldaten om zich heen verzameld. Hoewel het leger nog in opbouw is, rukt Lodewijk op 2 mei op naar Appingedam dat hij zonder moeite inneemt. Hier sluit zijn jongere broer Adolf zich bij hem aan. Hij heeft tweehonderd ruiters meegenomen. Lodewijk verwacht na dit succes de Groningers tot overgave te kunnen overreden. Maar de Groningers vertragen het gesprek en houden Lodewijk aan het lijntje. Ze weten immers dat graaf Aremberg er aankomt. De soldaten worden ongeduldig en beginnen te muiten. Ze willen eerst betaald worden voor ze nog iets gaan doen. Op 21 mei verschijnt plotseling het leger van de graaf van Aremberg voor Appingedam. Het is een indrukwekkend leger met honderden Spaanse en Sardijnse ruiters, vierduizend man voetvolk ook nog eens vierhonderd wagens met alle tenten, munitie en voedselvoorraden. Bovendien blijkt dat er ook nog eens bijna tweeduizend man versterkingen onderweg is.

 

Lodewijk begrijpt dat hij de getrainde Spanjaarden onmogelijk kan verslaan met zijn bij elkaar geronselde leger, en in de nacht van 22 op 23 mei vlucht hij met zijn leger richting de Duitse grens. Wanneer de Spanjaarden dit in de gaten krijgen, zetten ze direct de achtervolging in. In de middag bereiken Lodewijk en zijn troepen Heiligerlee. Bij het klooster nuttigen ze een maaltijd en proberen even op adem te komen. Dan komt een boer vertellen dat de Spanjaarden inmiddels vlakbij Heiligerlee zijn.

 

Jean de Ligne, graaf van Aremberg

Vluchten is nu geen optie meer, ze zullen de confrontatie met het superieure Spaanse leger aan moeten gaan. Lodewijk begrijpt dat hij risico’s moet nemen om een kans te maken. Rond Heiligerlee liggen allemaal moerassen, met daar doorheen smalle weggetjes. Turfstekers hebben diepe greppels gegraven in het gebied langs de weg waarover het Spaanse leger nadert. Lodewijk verstopt vierhonderd schutters in de greppels, om de Spaanse soldaten in de flank te kunnen aanvallen. Zelf zal hij zich met het grootste deel van het leger verstoppen achter het klooster om een verassingsaanval te kunnen uitvoeren.

 

 

Bij het horen van het gewaagde plan verlaten enkele honderden soldaten het leger en vluchten richting Duitsland. De rest blijft en maakt zich op voor de ongelijke strijd. Bij het vallen van de avond komen ze oog in oog met de Spaanse voorhoede te staan. Adolf van Nassau doet met zijn cavalerie een uitval, om de Spanjaarden uit de tent te lokken. Maar dan slaat zijn paard op hol, en komt Adolf midden in de vijandelijke linies terecht. Adolf, slechts 28 jaar oud, wordt genadeloos afgemaakt. De Spanjaarden denken een makkelijke overwinning te kunnen halen en trekken op richting het klooster. Plotseling komen de schutters uit de greppels en openen het vuur op de Spanjaarden. De ruiters komen met paard en al vast te zitten in de moerassen. Dan komen de troepen die zich achter het klooster hebben verborgen tevoorschijn en de rest van het Spaanse leger slaat op de vlucht. Ze worden door het leger van Lodewijk achterna gezeten en alsnog gedood.


Museum Slag bij Heiligerlee te Heiligerlee.
Foto boven: Museum Slag bij Heiligerlee.

Het is een complete en totaal onverwachte overwinning voor het geuzenleger in een slag die amper twee uur heeft geduurd. Ruim 1500 Spanjaarden zijn gedood, terwijl ongeveer vijftig geuzen het leven laten. Lodewijk verzuimd om meteen op te trekken naar Groningen. Wanneer hij op 10 juni voor de poorten staat, gaan die tegen zijn verwachting in niet voor hem open. Er is namelijk een nieuw Spaans leger onderweg en wanneer dit na een maand beleg nadert, trekt Lodewijk opnieuw weg richting Duitsland. Het komt tot een nieuwe veldslag bij Jemmingen en hier worden de Geuzen vernietigend verslagen. De Spanjaarden hebben het noorden weer stevig in handen, maar de slag bij Heiligerlee heeft wel aangetoond de Spaanse troepen niet onverslaanbaar zijn.

 

 

 

Het monument te Heiligerlee Het monument te Heiligerlee Het monument te Heiligerlee


Boven: Het standbeeld te Heiligerlee.

 

 

 

 

 

Lees ook/gerelateerd:

 

Het verdwenen graf van Graaf Adolf van Nassau.

 

 

 

 

Bronnen:


Wikipedia, Wikimedia Commons
Teachers Paradise.com,
Museum Slag bij Heiligerlee,
Histotheek.nl.

 


Deze pagina maakt deel uit van www.nazatendevries.nl.
Aan bovenstaande tekst is de uiterste zorgvuldigheid besteed. Desondanks kunnen er best fouten voorkomen.
Constateer je fouten en/of heb je vragen, correcties, aanvullingen...geef die dan even aan mij door via mijn E-mail adres.
Laat ook eens een bericht achter in het Gastenboek.
Hoogeveen, 7 augustus 2009.
Update: 7 juli 2020..
Samenstelling: © Harm Hillinga
.
Menu Artikelen.
Terug naar de HomePage.
Top